PARALLEL EN GELIJKNAMIG



1. De parallelle mineur toonladder loopt van de 6e tot de 6e toon.
    Hij begint dus een kleine terts onder de begintoon van de majeurladder.
    De tonen van de parallelle mineurladder zijn dezelfde als die van de majeurladder:


2. De gelijknamige mineurladder begint op dezelfde toon als de majeurladder.
    De 3e, de 6e en de 7e toon van de majeurladder moeten worden verlaagd.

Wanneer je een harmonische of melodische toonladder moet noteren, onthoud dan dat je óók te maken hebt met 3, 6 en 7:
De terts is bij mineur altijd klein en bij harmonisch verhogen we de 7e toon, bij melodisch de 6e en 7e en dalend hersteld.

Voorbeeld van een opdracht: Maak van de toonladder van D majeur de parallelle en de gelijknamige mineurladder.

- Noteer eerst heel simpel de reeks noten van d tot d.
- Noteer daaronder de hele en halve afstanden zoals bij de stamtonen.
- Corrigeer nu de afstanden door voortekens te plaatsen; kruisen voor de f en de c.

- De parallelle mineurladder begint een kleine terts lager, dus van b tot b.
- De gelijknamige mineurladder krijg je door 3, 6 en 7 te verlagen, dus f, bes en c.
- De harmonische en melodische toonladder krijg je door de nodige aanpassingen te maken op 6 en 7.