VOORTEKENS

Kruizen, mollen en herstellingstekens noemen we voortekens.



Een kruis voor een noot betekent dat die noot een halve toon hoger gespeeld moet worden.
Op de toetsen gaan we dan 1 stapje naar rechts en meestal wordt die toets een zwarte, maar niet altijd.
De noot krijgt dan ook een nieuwe naam: G wordt Gis; B wordt Bis en F wordt Fis.






Een mol voor een noot betekent dat die noot een halve toon lager gespeeld moet worden.
Op de toetsen gaan we dan 1 stapje naar links en meestal wordt die toets een zwarte, maar niet altijd.
De noot krijgt ook een nieuwe naam: G wordt Ges; D wordt Des en B wordt Bes en... E wordt Es en A wordt As.


- Een toevallig voorteken, ergens in een maat, is geldig tot het einde van de maat.

- Een vast voortekens, aan de sleutel, is geldig voor het hele muziekstuk.

1 kruis aan de sleutel betekent: alle f's worden fis.
1 mol aan de sleutel betekent: alle b's worden bes.

Wanneer er een herstellingsteken voor een noot staat, betekent dit dat het voorafgaande kruis of mol
voor deze ene noot niet geldig is. Een herstellingsteken is geldig tot het einde van de maat.