HET ORKEST       GESCHIEDENIS       DE PARTITUUR       DE INSTRUMENTEN       STEMMINGEN

FLUIT   PICCOLO   ALTFLUIT   HOBO   ALTHOBO   KLARINET   ALTKLARINET   BASKLARINET   SAXOFOON   FAGOT   CONTRAFAGOT   HOORN   TROMPET   CORNET   TROMBONE   TUBA
HARP   PIANO   VIOOL   ALTVIOOL   CELLO   CONTRABAS   SLAGWERK   ORGEL   MEER



            Kies in het menu een instrument om daarvan de bijzonderheden te bekijken.

            Instrumenten die niet in het orkest zitten vind je door MEER te kiezen.

Op het partituurblad zien we van boven naar beneden de volgende instrumenten aangegeven: 2 fluiten (dwarsfluiten), 2 hobo's, 2 klarinetten, gestemd in Bes, 2 fagotten, 2 hoorns, gestemd in Es, 2 trompetten, gestemd in C, de Pauken, één met de toon C en één met de toon G, de eerste violen, de tweede violen, de altviolen, de celli en de contrabassen.

De instrumenten worden verdeeld in groepen. De strijkers vormen verreweg de grootste groep, verdeeld in violen, altviolen, celli en contrabassen.
Daarnaast hebben we de houten blaasinstrumenten, zoals fluit, piccolo, klarinet, hobo en fagot. Vroeger waren al deze instrumenten echt van hout gemaakt, tegenwoordig worden andere materialen gebruikt, maar de instrumenten worden nog steeds gerekend tot de groep van houtblazers.
Dan hebben we de koperen blaasinstrumenten, zoals de hoorn, trompet, tuba en trombone.
Tot slot zijn er natuurlijk nog de slaginstrumenten: de pauken, de grote en kleine trom en kleine instrumentjes als triangel en tamboerijn.